Identificeer en lijst de fundamentele componenten van een softwaresysteem op, gebaseerd op een gegeven applicatietype.
Taak: Lijst de kernsoftwarecomponenten op die nodig zijn voor een [applicatietype] systeem. Context: Overweeg typische architectuurlagen en essentiële services. Formaat: Geef een opsomming.
Genereer een gedetailleerd microservices-architectuurontwerp voor een gespecificeerd applicatietype, inclusief servicedecompositie, communicatiepatronen en databeheerstrategieën.
Genereer een uitgebreid microservices-architectuurontwerp vanuit een monolithische applicatie, met details over service-decompositie, communicatie en datastrategieën.
Genereer een eenvoudige beschrijving van veelvoorkomende software-architectuurlagen, inclusief hun doel en interactie.